- Tijdstip ingreep
- Bloedingsrisico ingreep
- Epidurale of spinale anestesie
- Soort NOAC
- Nierfunctie (GFR)
- Perioperatief beleid
Perioperatief beleid
Acute ingreep
- Bepaal kreatinine, trombocyten, Hb, aPTT en PTT
- Bepaal tijdstip laatste inname NOAC
- Optimaliseer hemostase, overweeg bij rivoroxaban, apixaban of edoxaban gebruik vier-factorenconcentraat (Cofact®) of recombinant factor VIIa (Novoseven®) toediening. (voor dosering, zie "NOAC beleid bij bloedingen". Toediening eventueel i.o.m. hematoloog)
- Bij dabigatran gebruik overweeg idarucizumab (Praxbind®) 2 x 2.5 g (in 50 ml) bolus injectie (met 5 minuten tussen de injecties). Indien niet beschikbaar overweeg vier-factorenconcentraat (Cofact®) of recombinant factor VIIa (Novoseven®).
- Als trombocyten < 50 x 109 of gebruik van (dubbele) plaatjesremming overweeg trombocytentransfusie
Semi-acute ingreep
- Bepaal kreatinine, trombocyten, Hb, aPTT en PTT
- Bepaal tijdstip laatste inname NOAC
- Indien mogelijk stel operatie uit totdat één halfwaardetijd (12 uur) is verstreken of normalisatie van stollingstesten.
- Als trombocyten < 50 x 109 of gebruik van (dubbele) plaatjesremming overweeg trombocytentransfusie
- Stop dabigatran 96 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 72 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 48 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop rivaroxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart rivaroxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop apixaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart apixaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop edoxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart edoxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop dabigatran 48 uur voor ingreep.
- Herstart dabigatran 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 36 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 24 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop rivaroxaban 24 uur voor de ingreep.
- Herstart rivaroxaban 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop apixaban 24 uur voor de ingreep.
- Herstart apixaban 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 96 uur voor ingreep.
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 72 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 48 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop rivaroxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart rivaroxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop apixaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart apixaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop edoxaban 24 uur voor de ingreep.
- Herstart edoxaban 24 - 48 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop edoxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart edoxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop dabigatran 96 uur voor ingreep
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 72 uur voor ingreep.
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop dabigatran 48 uur voor ingreep.
- Herstart dabigatran 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop rivaroxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart rivaroxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
(NB. Dit is van toepassing voor patiënten met een GFR > 30 ml/min)
- Stop apixaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart apixaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
- Stop edoxxaban 48 uur voor de ingreep.
- Herstart edoxxaban 48 - 72 uur na invasieve ingreep (operateur bepaald).
Bij patienten met tevens een hoog trombo(-embolie)risico (bv. bij patienten met boezemfibrilleren met een CHA2DS2-VASc score ≥ 7 (CHA2DS2-VASc ) of bij diep veneuze trombose in de afgelopen 4 weken) kan overwogen worden bij goede hemostase edoxaban te starten op de avond van de dag van de ingreep.
Voorbeelden laag bloedingsrisico ingrepen:
- Anesthesie: Endotracheale intubatie
- Chirurgie: Oppervlakkige ingrepen (bv. abcesincisie, hechten van oppervlakkige wonden)
- Dermatologie: Kleine dermatologische ingrepen, flebologische te weten endovaculaire ablatie (radiofrequent/laser), kleine ambulante flebectomie vlgs Muller
- Gastroenterologie: Diagnostische endoscopie, ERCP zonder sfincterectomy, endoscopische echo’s (zonder naald aspiratie), verwijdering van kleine poliepen middels snare techniek , stent plaatsing (controversieel).
- Gynaecologische ingrepen: Diagnostische intrauteriene ingrepen (bv colposcopie, hysteroscopie). Dilatatie en curretage. Endometrium biopsie. Plaatsing IUD.
- Interventieradiologie: Drain/catheter wisseling bij gastrotomie, nefrostomie, cholecystomie. Aspiratie van abdominal of bekkenabcessen. Plaasting small caliber drains. Perifere, niet getunnelde langelijn plaatsing. Vena cava inferior plaatsing. Tijdelijke dialyselijn.
- Longgeneeskunde: Stent in luchtpijp (controversieeel). Diagnostische pleurapunctie
- KNO: Diagnostische fibrooptische laryngoscopie of nasopharyngoscopy, siinusendoscopy. Fijne naald aspiratie, injectie stembanden
- Oogheelkunde: Cataract en glaucoom operaties indien geen retrobulbaire anesthesie
- Orthopedie: arthrocentesis
- Overige: Iedere andere ingreep waarbij goede lokale hemastose mogelijk is
- Plastische chirurgie: Injectie therapie
- Reumatologie: arthrocentesis
- Tandheelkunde: Tandheelkundige ingrepen (extractie 1-3 tanden of kiezen, operatieve verstandskiesverwijdering, paradontale behandeling, implantaatplaatsingen, wortelkanaalbehandeling, abcesincisie, implantaten, mondhygieniste)
- Urologie: circumcisie, cystoscopie zonder biopsy
Voorbeelden intermediair bloedingsrisico ingrepen:
- Cardiologie: Hartcatheterisatie, ritme-ablaties, inbrengen van pacemaker of ICDs, PCI
- Chirurgie: Ongecompliceerde laparoscopische procedures (bv. cholecystectomie)
- Dermatologie: Flebecetomie groot ambulant vlgs Muller
- Gastroenterologie: Endoscopie met biopsie, colonoscopie zonder verwijdering van grote poliepen (> 1 cm), PEG plaatsing
- Gynaecologische ingrepen: Therapeutische hysteroscopische en intrauteriene ingrepen, abortus curretage/APLA
- Interventieradiologie: Radiologische puncties en/of stenting met goede hemostase mogelijkheid. PTA met/zonder stentplaatsing.
- Longgeneeskunde: Bronchoscopie. Endobronchiale echografie met punctie. Transoesophagale echografie met punctie. Thoracoscopie. Plaatsen thoraxdrain.
- Vaatchirurgie: ingrepen met beperkt weefseltrauma (bv. Shuntoperaties, liesarteriedesobstructie)
- Urologie: Prostaat- of blaasbiopsie
Voorbeelden hoog bloedingsrisico ingrepen:
- Anesthesie: Spinale en epidurale anesthesie
- Chirurgie: Grote herniaoperaties, grote buikchirurgie, thoracale chirurgie, ingrepen met uitgebreidde weefselbeschadiging (maligniteit, gewrichtsartroplastiek, plastische reconstructies), schildklieroperaties, milt/lever/nier operaties, darmresecties, laparoscopische ingrepen
- Cardiologie: Hartchirurgie (inclusief pericardiale ingrepen)
- Gastroenterologie: Colonoscopie met verwijdering grote poliepen (> 1 cm), ERCP met papillotomie, GE diltataties (colon/oesophagus/duodenum), endoscopische naaldbiopten, coagulatie vasculaire leasies of tumoren, leverbiopsie, varices ligatie (controversieel)
- Gynaecologische ingrepen: Uterusextirpatie (abdominaal, vaginaal, TLH), prolapschirurgie, sectio, curretage mola zwangerschap, laparoscopische ingrepen,
- Interventieradiologie: Radiologische puncties en/of stenting zonder goede hemostase mogelijkheid (bv. Transhepatische cholangiografie, nefrostomie, drainage lever- of galblaasabces, orgaan biopsie, getunnelde dialyse catheterplaatsing), arteriele puncties
- Longgeneeskunde: Lasertumorablatie, transbronchiale biopsie
- KNO: Chirurgie in sinus, biopsie of verwijdering neuspoliepen, thyroidectomy, partidectomy, septumplastiek
- Neurochirurgie: In principe alle neurochirurgische ingrepen (intracerebraal, intraspinaal, epiduraal)
- Neurologie: Lumbaalpunctie, myelography, naald EMG (controversieel)
- Oogheelkunde: Periorbitale chirurgie, ingrepen waarbij retrobulbaire anesthesie noodzakelijk is
- Orthopedie: Gewrichtsvervanging, artroscopie
- Plastische chirurgie: Reconstructieve chirurgie
- Tandheelkunde: Grote reconstructies
- Urologie: Grote urologische ingrepen (bv. TURP, tumorablatie, blaasresectie)
- Vaatchirurgie: Ingrepen met veel weefseltrauma, retroperitoneaal vaatchirurigie, abdominale vaatchirurgie, carotis endarterioectomie, aneurysma herstel ingrepen, bypasses